VWO-6 thema 1 Voeding
Conserveren van voedsel
Conserveren is het verduurzamen en in goede conditie bewaren van objecten, organismen, levensmiddelen, geneesmiddelen of andere zaken, oftewel het beschermen tegen aantasting door bijvoorbeeld organismen als bacteriën en schimmels of chemische en fysische processen.
- Koelen: voedingsmiddelen bewaren bij lage temperaturen zorgt voor een langere houdbaarheid, processen in micro-organismen worden geremd waardoor vermeerdering en bederf wordt vertraagd
- Invriezen: bij lage temperaturen zijn de enzymen van micro-organismen niet actief waardoor deling niet mogelijk is.
- Drogen: door de wateractiviteit te verminderen kunnen er geen micro-organismen groeien.
- Zouten / pekelen: de osmotische waarde verhogen waardoor micro-organismen niet kunnen overleven.
- Suikeren: werking gelijk aan die van zouten.
- Pasteuriseren (verhitten tot 72 ºC).
- Steriliseren (verhitten tot 120 ºC en naverhitten): bij hoge temperaturen zijn de enzymen van micro-organismen definitief onwerkzaam.
- UHT sterilisatie (verhitten tot 135 ºC en naverhitten): bij hoge temperaturen zijn de enzymen van micro-organismen definitief onwerkzaam en worden ook de sporen gedood.
- Inblikken of vacuüm verpakken: direct na verhitten wordt het voedsel luchtdicht verpakt, zodat er geen micro-organismen op kunnen komen.
- Gasverpakken: gassen (CO2, O2 of N2) toevoegen aan product
Licentie: eigendomslicentie