Havo-5 thema 3 Voeding
Maag
In de maag krijgen we een tijdelijke opslag van voedsel, gastrine is het hormoon dat de maagsapproductie op gang brengt op het moment dat voedsel in de maag komt:
- Maagsap: bevat zoutzuur, slijm en pepsinogeen (een inactief pro-enzym)
- Zoutzuur (HCl): zorgt voor een sterk zuur milieu waardoor micro organismen in het voedsel worden gedood. Aanmaak zoutzuur wordt gereguleerd door een negatieve terugkoppeling (als de zuurgraad een pH van 1,5 bereikt).
- Slijm: beschermt de maagwand tegen het maagsap.
- Pepsinogeen wordt in de maag geactiveerd tot pepsine, onder invloed van zoutzuur en pepsine (positieve terugkoppeling).
- Pepsine (peptase): splitst eiwitten in lange polypeptiden (vrij lange aminozuurketens).
- pH optimum is 2.5
De voedingsmiddelen blijven circa 3 uren in de maag voordat deze afgegeven worden aan de twaalfvingerige darm.
De zuurgraad in de twaalfvingerige darm reguleert het openen en sluiten van het maagportier (pylorus).