Stop navigatie

Vetten

  • Lipiden zijn vetten en vetachtige stoffen.
  • Lipiden bevatten C-, H-, O- en soms P-atomen.
  • Vetten zijn niet in water oplosbaar; ze worden apolaire stoffen genoemd (stoffen die in water oplossen zijn polair).
  • Er bestaan drie groepen lipiden:
    • Vetten
      • Een vetmolecuul bestaat altijd uit één glycerolmolecuul met daaraan vast drie vetzuurmoleculen.
      • Er zijn verzadigde, enkelvoudig onverzadigde en meervoudig onverzadigde vetzuren. Dat houdt verband met het voorkomen van een of enkele dubbele bindingen tussen de C-atomen in de vetzuurketen. De dubbele binding gaat ten koste van een H-binding. De keten is daardoor niet 'verzadigd' met H-atomen.
      • De binding tussen het glycerol en de vetzuren gebeurt via een condensatiereactie; er ontstaat een ester.
      • De drie vetzuren kunnen hetzelfde zijn of verschillend. Zo is er een grote variatie aan vetten mogelijk; de meeste vetzuren bestaan uit ketens van 15 of 17 C-atomen;
    • Fosfolipiden
      • Een fosfolipide lijkt op een vetmolecuul maar bij een fosfolipide is één vetzuur vervangen door een fosforzuur.
      • Er is een grote variatie aan fosfolipiden, omdat er verschillende groepen aan de fosfaatgroep kunnen zitten en verschillende vetzuren aan de andere (hydrofobe) zijde.
      • De fosfolipiden vormen de membranen in en om cellen.
    • Steroïden
      • Steroïden ontstaan uit cholesterol en zijn ringvormig. Cholesterol zit ook in celmembranen, zorgt daar voor een stabiele structuur.  Een aantal hormonen zijn steroïden.

Made with eXeLearning (Nieuw venster)