HAVO-5 thema1 Stofwisseling
Vetten
- Lipiden zijn vetten en vetachtige stoffen.
- Lipiden bevatten C-, H-, O- en soms P-atomen.
- Vetten zijn niet in water oplosbaar; ze worden apolaire stoffen genoemd (stoffen die in water oplossen zijn polair).
- Er bestaan drie groepen lipiden:
- Vetten
- Een vetmolecuul bestaat altijd uit één glycerolmolecuul met daaraan vast drie vetzuurmoleculen.
- Er zijn verzadigde, enkelvoudig onverzadigde en meervoudig onverzadigde vetzuren. Dat houdt verband met het voorkomen van een of enkele dubbele bindingen tussen de C-atomen in de vetzuurketen. De dubbele binding gaat ten koste van een H-binding. De keten is daardoor niet 'verzadigd' met H-atomen.
- De binding tussen het glycerol en de vetzuren gebeurt via een condensatiereactie; er ontstaat een ester.
- De drie vetzuren kunnen hetzelfde zijn of verschillend. Zo is er een grote variatie aan vetten mogelijk; de meeste vetzuren bestaan uit ketens van 15 of 17 C-atomen;
- Fosfolipiden
- Een fosfolipide lijkt op een vetmolecuul maar bij een fosfolipide is één vetzuur vervangen door een fosforzuur.
- Er is een grote variatie aan fosfolipiden, omdat er verschillende groepen aan de fosfaatgroep kunnen zitten en verschillende vetzuren aan de andere (hydrofobe) zijde.
- De fosfolipiden vormen de membranen in en om cellen.
- Steroïden
- Steroïden ontstaan uit cholesterol en zijn ringvormig. Cholesterol zit ook in celmembranen, zorgt daar voor een stabiele structuur. Een aantal hormonen zijn steroïden.
- Steroïden ontstaan uit cholesterol en zijn ringvormig. Cholesterol zit ook in celmembranen, zorgt daar voor een stabiele structuur. Een aantal hormonen zijn steroïden.
- Vetten