Wetenschapsfilosofie
De meeste technologie die wij nu gebruiken is ontstaan uit de wetenschap, eigenlijk is de hele manier van leven ontstaan uit de wetenschap.
Wetenschap kan je opdelen in een aantal verschillende gebieden:
- Historisch, ontwikkeling en voortgang van de wetenschap
- 400 vc Aristoteles en Plato waren de eerste “wetenschappers”, zij kwamen met een beeld van het zonnestelsel waarbij de aarde het middelpunt is (geocentrisme), hierbij geloofden zij dat de planeten rondom de aarde bewogen. Hierbij gekoppeld aan grote cirkels die middels assen vastzitten rondom de aarde, ondermaanse en hemel
- 100 nc Ptolemaeus voegde daaraan toe dat de planeten weer op apart ronddraaiende schijven zaten
- 1543 Copernicus en Galilei waren de eersten die aangaven dat de planeten rondom de zon draaiden
- De wetenschappelijke revolutie doet zijn intrede (16e en 17e eeuw)
- Psychologisch, welke persoon is een goede wetenschapper
- Sociologisch, wat voor rol spelen journalen bij de communicatie in wetenschap
- Filosofisch,
- kennisleer (epistemologie), wanneer is er sprake van kennis, is er één methode, etc...
- Sir Francis Bacon (1561-1626), inductivisme; bij inductief redeneren komt men tot een algemene regel, generalisatie geheten, op grond van een aantal specifieke waarnemingen.
- David Hume (1711-1776), Hij was een van de belangrijkste empiristische filosofen en zijn ideeën zijn van grote invloed geweest op Immanuel Kant. Ook Hume maakte gebruik van inductivisme.
- Karl Popper (1902-1994), baseerde zijn filosofie op het begrip falsificatie.
- Een theorie wordt getoetst aan de hand van een singuliere uitspraak, de basiszin.
- De basiszin kan in tegenspraak zijn met een theorie. Daarmee is die basiszin een potentiële falsificator. (Theorie: 'Alle zwanen zijn wit'. Potentiële falsificator: 'Er is één zwarte zwaan'.)
- Wanneer de falsificator wordt aanvaard - 'Er is één zwarte zwaan' - wordt de universele uitspraak over witte zwanen weerlegd. Wanneer de falsificator niet wordt aanvaard krijgt de theorie een hogere 'corroboratiegraad'. Een verhoogde corroboratiegraad betekent volgens Popper niet dat de uitspraak meer waar is dan een uitspraak met een lagere corroboratiegraad, omdat ook een uitspraak met een hoge corroboratiegraad bij een volgende cruciale test weerlegd kan worden.
- Thomas Kuhn (1922-1996), volgens Kuhn doorloopt een wetenschappelijke discipline een aantal opeenvolgende fasen
- pre-wetenschap: er is nog geen paradigma dus is er geen overeenstemming
- normale wetenschap: er is een paradigma, dus eenstemmigheid, waardoor vooruitgang mogelijk is
- crisis: anomalieën oftewel onverklaarbare verschijnselen binnen de theorie worden openlijk onderkend
- revolutie: deze leidt tot een nieuwe normale wetenschap
- kennisleer (epistemologie), wanneer is er sprake van kennis, is er één methode, etc...
- Demarcatie, kwesties waarover nog geen zinnige uitspraken kunnen worden gedaan, verschil tussen wetenschap en pseudo-wetenschap.
-
Zoals we hiervoor hebben kunnen zien, kunnen we nu gaan bepalen wanneer we met wetenschap hebben te maken en wanneer we met een pseudo-wetenschap hebben te maken.
Pseudowetenschap is de benaming voor een stelsel van opvattingen, uitspraken, of handelingen die de toets van de wetenschappelijke methode niet doorstaat maar die door aanhangers toch als wetenschap wordt gepresenteerd of dat insinueert.
Pseudowetenschap kan zeer diverse vormen aannemen. Bekende gebieden, waarbinnen regelmatig uitspraken of onderzoeken als pseudowetenschappelijk worden gekwalificeerd, zijn: alternatieve geneeswijzen, buitenaards leven, grafologie, parapsychologie, creationisme, iriscopie