Stop navigatie

microscopen

Er zijn een groot scala aan microscopen:

  • stereomicroscopen;
    • is een microscoop met twee objectieven en twee oculairen
    • vergroten minder sterk dan biologische microscopen (10 tot 80 keer)
    • werkt vnl. met opvallend licht
    • diepte zicht is mogelijk
  • lichtmicroscopen;
    • is een microscoop met één of twee oculairen en drie of vier objectieven
    • vergroten tot maximaal 2000 x
    • werkt met doorvallend licht
    • geen dieptezicht mogelijk
    • verschillende typen
      • fase contrast; lichtbundels worden verdeeld waardoor kleuring niet nodig is
      • donkerveld; andere belichting waarbij achtergrond zwart wordt en alleen object zichtbaar is
      • fluoriscentie; door gebruik van fluoriscerende kleurstoffen komen onderdelen apart gekleurd in beeld
      • polarisatie; maakt gebruik van gepolariseerd licht
      • laser; maakt gebruik van meerdere laserstralen als lichtbron
  • elektronenmicroscopen;
    • is een techniek die gebruik maakt van een bundel elektronen om het oppervlak of de inhoud van objecten af te beelden.

    • versnelde elektronen, die een veel kleinere golflengte hebben dan fotonen, geven een resolutie die veel hoger is (beter dan 0,1 nm) dan die van een lichtmicroscoop (ongeveer 200 nm).

    • verschillende typen;
      • TEM; Transmissie Elektronen Microscopie (doorlatend - TEM). Met TEM wordt de binnenkant en contouren van objecten (weefsels, cellen, virussen) zichtbaar gemaakt.SEM; Scanning Elektronen Microscopie (SEM). Met SEM wordt de oppervlakte van weefsels, macromoleculaire aggregaten of materialen in beeld gebracht.
        • elektronen worden door het object heen geschoten en opgevangen op een fluoriscerende plaat

Made with eXeLearning (Nieuw venster)