Stop navigatie

cytoskelet

Het cytoskelet bestaat uit verschillende soorten polymeren van eiwitten in cellen, die samen zorgen voor stevigheid, vorm en beweeglijkheid van de cel.

Bouw:

  • Het cytoskelet in eukaryote cellen bestaat uit drie typen filamenten:
    • microfilamenten onder andere actinefilamenten zijn of myofibrillen
    • microtubuli De microtubuli zijn buisachtige structuren met een dikte van ongeveer 25 nanometer. Microtubuli zijn opgebouwd uit ketens van tubulinedimeren die samen een buis vormen.
    • intermediair filamenten. De intermediare filamenten bestaan uit polymeren van eiwitten die specifiek zijn voor celtypen, met een diameter van 8-12 nanometer. Zo bestaan deze filamenten bij neuronen uit andere eiwitten dan bijvoorbeeld in rode bloedcellen of fibroblasten
  • De eerste twee typen komen in alle typen cellen voor, terwijl de intermediare filamenten celspecifiek zijn.
  • Onderdelen van het cytoskelet hebben een polariteit: alle filamenten hebben een plus- en een minkant, behalve de intermediaire filamenten.
  • Aan de pluskant vindt polymerisatie van de filamenten plaats en dus groei, terwijl aan de minkant depolymerisatie plaatsvindt.
  • De groei van de filamenten wordt dus bepaald door de snelheid van de polymerisatie aan de pluskant en depolymerisatie aan de minkant. Wanneer polymerisatie overheerst zal het filament groeien, anders blijft de lengte stabiel of krimpt het filament.

Functie:

  • Naast de vorm en stevigheid die het verschaft, dient het ook als geleide voor organellen die door de cel vervoerd moeten worden.
  • Zo worden de blaasjes met neurotransmitter vanuit het cellichaam door het axon naar de synaps getransporteerd langs de tubuli. Dit kan doordat de blaasjes gebonden zijn aan speciale motor-eiwitten genaamd kinesines en over de filamenten wandelen.

Made with eXeLearning (Nieuw venster)