HAVO-3 thema 1 verbranding en ademhaling
Warmbloedig
Vogels en zoogdieren hebben een constante lichaamstemperatuur. Ze zijn daardoor minder afhankelijk van de temperatuur van de omgeving. In hun lichaam vindt voortdurend veel verbranding plaats. Hierbij komt veel energie vrij. Veel vogels en zoogdieren zijn daardoor in staat ook ’s winters een actief leven te leiden.
- Alleen vogels en zoogdieren zijn warmbloedig.
- In de winter vindt er extra veel verbranding plaats om hun lichaamstemperatuur op peil te houden.
- Daarvoor hebben ze veel voedsel nodig. Om dit voedsel te bemachtigen, moeten de dieren veel bewegen. Ook daarvoor is veel energie nodig en dus nog meer voedsel.
- Warmbloedige dieren hebben isolatie voor het constant houden van hun lichaamstemperatuur. Zoogdieren hebben een vetlaag onder de huid en een dikke vacht van haren. Vogels hebben ook een vetlaag onder de huid en een dik verenpak.
- Veel vogels trekken in de herfst weg naar warmere streken. Dat noem je de trek of vogeltrek. Ook zoogdieren kunnen wegtrekken. Grijze walvissen bijvoorbeeld trekken in de herfst weg naar warmere wateren. Sommige zoogdieren houden een winterslaap, zoals egels en vleermuizen. Tijdens de winterslaap daalt de temperatuur van de dieren en hebben ze een lagere energiebehoefte.