HAVO-3 thema 1 verbranding en ademhaling
Cannabis
- Cannabisproducten, zoals hasj en wiet, zijn afkomstig van de hennepplant: Cannabis sativa.
- De psychoactieve stof in cannabis (de stof waar je stoned of high van wordt) is THC. THC zit vooral in onbevruchte vrouwelijke bloemtoppen van de plant.
- In industriële hennep, zoals de planten waar vezels voor kleding van worden gemaakt, zit geen THC.
- In wiet en hasj zitten naast THC nog zo’n vijfhonderd andere stoffen. De belangrijkste is CBD (cannabidiol).
- Deze stof heeft zelf geen psychoactief effect, maar beïnvloedt wel de werking van THC.
- Cannabis wordt meestal gerookt (in een joint of in een pijp), maar soms gegeten (spacecake of druppels) of ingeademd na verdampen.
- Bij het roken van een joint komt er tot vijf keer meer teer in de longen dan bij het roken van een sigaret. Blowen is dus erg schadelijk voor de luchtwegen. Het gebruik van cannabis in het verkeer is strafbaar.
- Effecten van cannabis
- De kortetermijneffecten van cannabis zijn afhankelijk van de soort wiet of hasj. Cannabis verandert het bewustzijn.
- Van sommige soorten word je stoned (lui, ontspannen), van andere juist high (energiek, vrolijk).
- De lichamelijke effecten zijn onder andere een versnelde hartslag, lagere bloeddruk, hoofdpijn, duizeligheid, slaperigheid, angst, verminderde concentratie en geheugenproblemen.
- Op de lange termijn zorgt cannabisgebruik voor verslaving, slapeloosheid, somberheid en concentratieproblemen. Cannabis verhoogt de kans op een psychische stoornis, zoals depressie en angstklachten.
- Bij een bepaalde aanleg in je DNA kan schizofrenie ontstaan. Dat is een ernstige psychiatrische ziekte waarbij iemand het contact met de werkelijkheid verliest.