HAVO-3 thema 1 verbranding en ademhaling
Andere vormen van ademhalen
- Eencelligen:
- Amoeben zijn eencellige organismen. Bij eencellige organismen vindt ademhaling plaats via het celmembraan. Het oppervlak van het celmembraan is groot genoeg om voldoende zuurstof te kunnen opnemen en voldoende koolstofdioxide te kunnen afgeven. Eencelligen hebben dan ook geen speciale ademhalingsorganen.
- Meercelligen:
- Bij dieren die uit veel cellen bestaan (meercelligen), is het oppervlak van het lichaam niet groot genoeg om voldoende zuurstof en koolstofdioxide uit te wisselen met de omgeving. Bovendien is bij veel dieren de huid ondoorlaatbaar. Al deze dieren hebben speciale ademhalingsorganen waarmee ze zuurstof opnemen en koolstofdioxide afgeven. Voorbeelden van deze organen zijn tracheeƫn (bij insecten), kieuwen (bij vissen) en longen (onder andere bij zoogdieren en vogels).
- Longen:
- Volwassen amfibieƫn, reptielen, vogels en zoogdieren ademen via longen. Ook bij reptielen en zoogdieren die in het water leven, vinden de opname van zuurstof en de afgifte van koolstofdioxide in de longen plaats. Deze dieren moeten dan ook regelmatig naar het wateroppervlak om adem te halen.