Leerdoelen

Wat moet ik kunnen?

• Je weet uit welke periode de eerste levende organismen op aarde stammen
• Je kunt het ontstaan van prokaryoten en eukaryoten beschrijven
• Je kunt het ordeningssysteem van organismen beschrijven en toepassen
• Je kunt kenmerken van bacteriën benoemen
• Je kunt kenmerken van virussen benoemen
• Je kunt kenmerken van schimmels benoemen
• Je kunt uitleggen wat de neo-darwinistische evolutietheorie inhoudt
• Je weet hoe allelen in een populatie overerven
• Je kunt manieren van reproductieve isolatie uitleggen
  
• Je kent enkele onderzoeksmethoden naar verwantschap
• Je kunt verschillen en overeenkomsten herkennen tussen organen en orgaanstelsels van de mens en van verschillende diersoorten
• Je kunt een stamboom en een cladiogram aflezen en construeren
• Je kunt de gen cultuur, co-evolutie van lactosetolerantie toelichten voor verschillende organisatieniveaus van de biologie
• Je kunt de biologische vakvaardigheden en evolutionair en ecologisch denken toepassen op de gencultuur co-evolutie van lactosetolerantie