Heliocentrisch wereldbeeld
Het heliocentrisme is in het Westen op wetenschappelijke basis gevestigd door het werk van Nicolaus Copernicus en Galileo Galilei. Copernicus' boek, Over de omwenteling van de hemelse sferen (De Revolutionibus Orbium Coelestium) werd in 1543 gepubliceerd toen hij op het sterfbed lag. Aanvankelijk veroorzaakte het geen grote opschudding, vooral dankzij de kerk, die de passages over het heliocentrisme verbood. Het heliocentristische wereldbeeld is pas echt populair geworden door Galileo en Johannes Kepler, die enkele harde wetenschappelijke bewijzen aandroegen. Copernicus ging er nog wel vanuit dat de planeten met een perfecte cirkel rondom de zon bewogen. Kepler kwam met het idee dat de planeten in een ellipse baan om de zon bewogen. Galileo bevestigde, dankzij de eerste telescopen, het heliocentrische wereldbeeld. Hierbij waren er gigantisch conflicten met de kerk.
Isaac Newton leverde later de bewijzen voor de elliptische beweging van de planeten rondom de zon, gekoppeld aan het feit dat de aarde ook nog eens om zijn eigen as draaide.