Geocentrisch wereldbeeld
Plato, Aristoteles en Ptolemaeus waren aanhangers van het geocentrisch wereldbeeld. Hierbij werd gedacht aan een Aarde (bestaande uit vuur, water, lucht en aarde) waar omheen een zone waar groei en verval mogelijk was. De Aarde was het middelpunt waar alle hemellichamen in perfecte cirkels omheen draaien.
Hierbij werd nog onderscheid gemaakt tussen twee verschillende sferen; het ondermaanse en bovenmaanse.
De Aarde hoort bij het ondermaanse, gekenmerkt door onvolmaaktheid en vergankelijkheid. In het ondermaanse is alles opgebouwd door water, vuur, aarde en lucht.
In het bovenmaanse is alles volmaakt en onveranderlijk en bestaat uit Ether (5e substantie).
In die tijd werd er gewoon geredeneerd dat als een persoon met aanzien iets zei, dit waar was (religie had hier veel invloed op).