VWO-4 thema 4 Evolutie
Antwoord
Populatie planten met 500 individuen
- 480 rood (RR en Rr), 20 wit (rr)
- Hoeveel kopieën van het gen voor bloemkleur zijn aanwezig in deze populatie?
- (2*480) + (2*20) = 1000
- Hoeveel allelen R zijn aanwezig?
- Dit is niet bekend omdat we de verdeling tussen RR en Rr niet weten omdat beiden het fenotype rood hebben
- Dus eerst recessief fenotype wit (rr) bepalen, hierbij is maar één mogelijkheid
- Dit is niet bekend omdat we de verdeling tussen RR en Rr niet weten omdat beiden het fenotype rood hebben
- Wat is de frequentie van het fenotype rr?
- 40 / 1000 = 0,04 (=4%)
- rr = qq = q2 → q = √0,04 = 0,2
- p + q = 1 → p + 0,2 = 1 → p = 0,8
- Wat is de frequentie van het fenotype Rr?
- Rr + rR = 2*pq = 2 * 0,8 * 0,2 = 0,32 (=32%)
- Wat is de frequentie van het fenotype RR?
- RR = p2 = 0,82 = 0,64 (=64%)
- RR = p2 = 0,82 = 0,64 (=64%)