VWO5 thema 5 Planten
Transportweefsel
De cellen van transportweefsel liggen in vaatbundels.
- Bastvaten of floëem;
- De cellen zijn levend en met elkaar verbonden door tussenschotten met gaatjes, de zeefvaten.
- Bastvaten dienen voor het vervoeren van fotosyntheseproducten (organische sapstroom).
- Bastvaten ontstaan uit boven elkaar liggen bastcellen.
- in de dwarswanden komen openingen (zeefplaat).
- celkernen verdwijnen (daardoor leven bastvatcellen betrekkelijk kort).
- Houtvaten of xyleem;
- De cellen van houtvaten zijn dood. De celwanden zijn sterk verdikt en bevatten veel houtstof.
- Houtvaten dienen meestal voor het vervoeren van anorganische stoffen (anorganische sapstroom).
- Houtvaten ontstaan uit boven elkaar liggende houtcellen.
- tegen (verticale) primaire celwanden worden dikke secundaire celwanden van cellulose en houtstof (lignine) afgezet.
- (horizontale) dwarswanden en cellen verdwijnen.
- Typen houtvaten: ringvaten, spiraalvaten, netvaten, stippelvaten.
- Zijwaarts transport blijft mogelijk via primaire celwanden en middenlamel (o.a. via stippels).
Licentie: eigendomslicentie