Endorfine
Endorfine
Endorfine is een endogeen geproduceerde opioïde peptide met pijnstillende eigenschappen die als neurotransmitter fungeert. Endorfines worden geproduceerd door de hypofyse (hypothalamus bij gewervelden) tijdens lichamelijke inspanning, opwinding, pijn, pittig eten, liefde en orgasme. Ze lijken op opiaten in hun vermogen om pijnstilling te veroorzaken evenals een gevoel van welbevinden en geluk.
Endorfines maken deel uit van de groep signaalstoffen die bekendstaat als neuropeptiden en waarvan verondersteld wordt dat ze aanwezig zijn in vele lichaamsweefsels, inclusief weefsels van het perifeer en centraal zenuwstelsel. Er zijn drie types endorfines α-, β-, γ-endorfine.
Chemie[bewerken]
Chemisch gezien gaat het hier om korte opioïde peptiden, die aan opioïde receptoren in de hersenen binden. Ze worden gesynthetiseerd vanuit de precursors l-tyrosine en de methylgroep van l-methionine via een enzymatisch proces.
Endorfines bezitten als gemeenschappelijk structuurelement een peptidegroep met vier aminozuren (tetrapeptide) van de sequentie tyrosine-glycine-glycine-fenylalanine (in de voorbeelden hieronder vet aangeduid). De eerste in het laboratorium gesynthetiseerde opioïde peptiden waren methionine-enkefaline en leucine-enkefaline.
- α-endorfine: Tyr-Gly-Gly-Phe-Met-Thr-Ser-Glu-Lys-Ser-Gln-Thr-Pro-Leu-Val-Thr-OH
- β-endorfine: Tyr-Gly-Gly-Phe-Met-Thr-Ser-Glu-Lys-Ser-Gln-Thr-Pro-Leu-Val-Thr-Leu-Phe-Lys-Asn-Ala-Ile-Ile-Lys-Asn-Ala-Tyr-Lys-Lys-Gly-Glu-OH.
- γ-endorfine: Tyr-Gly-Gly-Phe-Met-Thr-Ser-Glu-Lys-Ser-Gln-Thr-Pro-Leu-Val-Thr-Leu-OH
De veel eerder bekende morfinederivaten waaraan endorfines een deel van hun naam ontlenen, zijn toevallig in staat dezelfde receptoren te activeren. De chemische bouw van morfinemoleculen vertoont weinig tot geen overeenkomst met die van de endorfines.
Effecten[bewerken]
Endorfines werken in de eerste plaats pijnonderdrukkend, maar zijn ook medeverantwoordelijk voor het ontstaan van een gevoel van geluk of euforie. Endorfines zijn (mede daarom) betrokken bij beloningssysteem in de hersenen, die voor heel veel soorten (consumerend) gedrag sturend werken.[bron?] Endorfines zijn in verband gebracht met drugsverslaving, stemmingsstoornissen, gokverslaving, klinische depressie, schizofrenie en vele andere gedragsstoornissen en chronische aandoeningen. Een acute toename van de concentratie van deze neuropeptiden is in verband gebracht met verschillende soorten euforisch gedrag, zoals overtraining-euforie bij atleten, de 'runners high' bij duursporters, en de euforie na 'thrill-seeking' activiteiten zoals bungeejumpen, hoewel recent onderzoek dit verband in twijfel trekt.[2] De smaakervaring bij suikers, vetten, chilipepers[3] en ook chocolade zorgt voor het vrijkomen van endorfines. Ook zijn endorfines zeer actief bij automutilatie (zelfverminking).
Etymologie[bewerken]
Het woord endorfine is samengevoegd uit de stammen endo, wat vertaald kan worden met binnen, en morfine, waarmee naar de op de morfine lijkende effecten wordt verwezen.
Bronnen, noten en/of referenties
|
Endocrien systeem |
---|
bijnieren · epifyse · hypofyse · ovaria · pancreas · schildklier · testes · thymus |
Neurotransmitters |
---|
acetylcholine (ACh) · adrenaline · anandamide · aspartaat (Asp) · β-lipoproteïne · bombesine · cholecystokinine (CCK) · corticotropine (ACTH) · dopamine (DA) · dynorfine · endorfine · enkefaline · γ-aminoboterzuur (GABA) · glutamaat (Glu) · glycine (Gly) · histamine · leumorfine · motiline · neurofysine I · neurofysine II · neurokinine A · neurokinine B · neuropeptide A · neuropeptide γ · neuropeptide Y · noradrenaline · peptide YY · serotonine (5-HT) · stikstofoxide (NO) · substantie P |
Endocriene klieren en bijbehorende hormonen
Hypothalamus: | GnRH · TRH · dopamine · CRH · GHRH · somatostatine · MCH |
Hypofyse: | Hypofyseachterkwab: oxytocine · vasopressine Hypofysevoorkwab: FSH · LH · TSH · prolactine · POMC (CLIP · ACTH · MSH · endorfines · lipotropine) · GH |
Pijnappelklier: | melatonine · dimethyltryptamine |
Schildklier: | schildklierhormonen (T3 · T4) · calcitonine |
Bijschildklier: | parathormoon |
Alvleesklier: | glucagon · insuline · amyline · somatostatine · pancreatische polypeptide |
Bijnier: | Bijnierschors: aldosteron · cortisol · cortison · DHEA · DHEA-S · androsteendion — Bijniermerg: adrenaline · noradrenaline |
Gonadale as: | Teelballen: testosteron · AMH · inhibine Eierstokken: oestradiol · progesteron · activine en inhibine · relaxine (zwangerschap) Placenta: hCG · HPL · oestrogeen · progesteron |
Overige hormoonproducerende organen
Thymus: | Thymosines (Thymosine α1 · Bètathymosines) · thymopoëtine · thymuline |
Spijsverteringskanaal: | Maag: gastrine · ghreline Twaalfvingerige darm: CCK · incretines (GIP · GLP-1) · secretine · motiline · VIP Kronkeldarm: enteroglucagon · PYY 3-36 Lever/overig: insulin-like growth factor (IGF1 · IGF2) |
Vetweefsel: | leptine · adiponectine · resistine |
Skelet: | osteocalcine |
Nieren: | JGA (renine) · peritubulaire cellen (EPO) · calcitriol · prostaglandine |
Hart: | natriuretisch peptide (ANP · BNP) |
Licentie: eigendomslicentie