Stop navigatie

Levensfasen

Baby: van 0 tot 1½ jaar.

  • Sterke lichamelijke groei (groeispurt). Tijdens deze groei wordt de verhouding lichaamsoppervlak : inhoud kleiner. Hierdoor gaat er minder warmte verloren en is het zuurstofverbruik kleiner per kg lichaamsgewicht.
  • Grove motorische ontwikkeling: bijv. zitten, staan, lopen.
  • Fijne motorische ontwikkeling: bijv. met de voetjes spelen, blokjes oppakken.
  • Sociale ontwikkeling: bijv. reageren op andere mensen.

Peuter: van 1½ tot 4 jaar.

  • Grove motorische ontwikkeling: bijv. traplopen, tegen een bal schoppen.
  • Fijne motorische ontwikkeling: bijv. een torentje bouwen, met een lepel eten.
  • Sociale ontwikkeling: bijv. praten.

Kleuter: van 4 tot 6 jaar.

  • Grove motorische ontwikkeling: bijv. fietsen, klimmen.
  • Fijne motorische ontwikkeling: bijv. tekenen, veters strikken.
  • Sociale ontwikkeling: bijv. met andere kinderen spelen.

Schoolkind: van 6 tot 12 jaar.

  • Sterke geestelijke ontwikkeling: bijv. lezen, schrijven, rekenen.

Puber: van 12 tot 16 jaar.

  • Sterke lichamelijke groei (groeispurt), waarbij de verhoudingen tussen de verschillende lichaamsdelen veranderen.
  • Sterke lichamelijke ontwikkeling: de voortplantingsorganen beginnen te functioneren en de secundaire geslachtskenmerken komen tot ontwikkeling.
  • Geestelijke ontwikkeling: groei naar zelfstandigheid.

Adolescent: van 16 tot 21 jaar.

  • Geestelijke ontwikkeling:  geheel zelfstandig worden.

Volwassene: van 21 tot 65 jaar.

Bejaarde: boven ca. 67 jaar.

  • Veroudering: de werking van bepaalde organen verslechtert doordat het aantal lichaamscellen afneemt en cellen minder goed gaan functioneren.
  • Er ontstaan ouderdomsziekten, bijv. hart- en vaatziekten, bepaalde vormen van kanker en aantasting van beenderen en gewrichten.
  • Dementie: de achteruitgang van geestelijke vermogens.

Made with eXeLearning (Nieuw venster)