VWO-3 erfelijkheid en evolutie
Genotype en fenotype
- Erfelijke informatie is vastgelegd in de chromosomen, chromosomen zijn opgebouwd uit o.a. DNA
- Om te kunnen groeien moet er celdeling (mitose) plaatsvinden, hierbij worden de chromosomen eerste verdubbeld en vervolgens splitst de cel zich.
- Gen: een deel van een chromosoom dat de informatie bevat voor één erfelijke eigenschap
- Genotype: de verzameling genen in een cel
- Alle cellen (behalve geslachtscellen) bevatten alle genetische informatie
- welke genen tot uiting komen is afhankelijk van de genexpressie
- afhankelijk van de cel staan genen aan of uit
- Fenotype: de waarneembare eigenschappen van een individu.
- Het fenotype word bepaald door het genotype en milieufactoren
- Het fenotype kan je aanpassen
- Het fenotype word bepaald door het genotype en milieufactoren
- Locus: plaats van een gen op het chromosoom
- Een allel is een verschijningsvorm van een gen
- In lichaamscellen komen genen in paren (2n) voor; in geslachtscellen komen genen enkelvoudig (n) voor