DNA profiel maken
Om DNA te onderzoeken wordt een DNA-profiel gemaakt. Een DNA-profiel is een tekening of een tabel van het DNA van een persoon. Een DNA-profiel maken gaat in vier stappen: isoleren, in stukjes knippen, vermeerderen en meten.
1 Isoleren
Eerst wordt het DNA uit de celkern gehaald. Aan de cellen worden stoffen toegevoegd die de cellen stukmaken, waardoor het DNA vrijkomt.
2 In stukjes knippen
In een cel van een mens zitten 46 chromosomen. De chromosomen komen voor in paren die bij elkaar horen. In elke celkern heb je 23 chromosomenparen. Het ene chromosoom van elk paar is afkomstig van je vader en het andere van je moeder.
In het DNA van een chromosomenpaar komen stukjes herhaling voor. Een bepaalde volgorde van basen herhaalt zich dan op beide chromosomen. Maar het aantal herhalingen kan verschillen. Bijvoorbeeld (zie afbeelding 3): op het ene chromosoom komt de volgorde TCAT 6× voor, en op het andere chromosoom 8×. Deze stukjes herhaling (repeterende stukjes DNA) kunnen met speciale stoffen uit het DNA worden geknipt.
3 Vermeerderen
De hoeveelheid DNA is vaak te weinig om verder te onderzoeken. Met een speciale techniek worden daarom heel veel kopieën gemaakt van de stukjes DNA.
4 Meten
Tot slot worden de stukjes DNA in een machine gedaan. Die machine sorteert de stukjes op lengte (dus het aantal herhalingen). Een computer maakt de stukjes zichtbaar, bijvoorbeeld als streepjes. Die streepjes worden bandjes genoemd. Dit kan ook worden gedaan met DNA van een verdachte en DNA uit cellen die zijn gevonden.