Stop navigatie

Dierlijke cellen

  • Dieren (dus ook mensen) bestaan uit dierlijke cellen.
    • Cellen van dieren bevatten een dikke vloeistof: het cytoplasma (celplasma).
    • Daaromheen zit een celmembraan (een dun vlies).
    • Het cytoplasma bestaat uit water met opgeloste stoffen en zwevende deeltjes.
    • Het celmembraan scheidt de inhoud van de cel van zijn omgeving, het bestaat vooral uit vetten en eiwitten.
  • Een cel heeft stoffen nodig om zijn functie te vervullen.
    • Sommige stoffen kunnen door het celmembraan heen, zoals zuurstof.
    • Andere stoffen kunnen dat niet, bijvoorbeeld glucose.
    • Stoffen die de cel nodig heeft, kan hij binnenhalen met behulp van bepaalde eiwitten in het celmembraan.
    • Deze eiwitten kunnen nuttige stoffen uit de omgeving opnemen en ze aan de binnenkant van de cel weer afgeven. Andersom brengen ze afvalstoffen uit de cel naar buiten.
  • In het cytoplasma ligt de celkern.
    • De celkern stuurt de cel aan.
    • Het is het regelcentrum van de cel.
    • De celkern bestaat uit kernplasma en is omgeven door een membraan: het kernmembraan.

Made with eXeLearning (Nieuw venster)