VWO-6 thema 2 Transport
Leerdoelen
Wat moet ik kunnen?
- je kunt verschillende circulatiesystemen bij eukaryoten herkennen en de functies van een bloedsomloop benoemen
- je kunt de embryonale bloedsomloop van de mens beschrijven en verschillen en overeenkomsten aangeven met de bloedsomloop na de geboorte
- je kunt de delen van een hart noemen met hun functies en kenmerken
- je kunt de werking van het hart beschrijven en de relatie tussen bouw en werking uitleggen
- je kent de functies en kenmerken van aders, slagaders en haarvaten en kunt de relatie tussen bouw en werking uitleggen
- je kunt zuurstofgehalte, glucosegehalte, stroomrichting en verloop van bloeddruk en stroomsnelheid in de delen van het bloedvatenstelsel toelichten
- je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies
- je moet het proces van bloedstolling beschrijven en je weet hoe complicaties bij bloedstolling kunnen worden voorkomen
- je kunt de kenmerken en functies van weefselvloeistof en lymfe toelichten
- je kunt de biologische vakvaardigheden evolutionair denken toepassen
Licentie: eigendomslicentie