VWO-6 thema 2 Transport
bloedstroom
Arteriolen:
- fijne vertakkingen van slagaders in de organen;
- wand van één cellaag endotheel en glad spierweefsel;
- door vasoconstrictie (vernauwing) of vasodilatatie (verwijding) kan de hoeveelheid bloed worden geregeld die door een bepaald weefsel stroomt.
Haarvaten (capillairen):
- wand van één cellaag endotheel;
- aan het begin van veel haarvaten zitten kringspiertjes, die het haarvat afsluiten als het weefsel in rust is;
- vocht met opgeloste stoffen en witte bloedcellen kunnen door de wand heen de haarvaten verlaten.
Venulen:
- fijne bloedvaatjes waar de haarvaten zich herenigen;
- kunnen via shuntbloedvaten het bloed direct vanuit de arteriolen ontvangen (bijv. in de huid bij lage milieutemperaturen).
Licentie: eigendomslicentie