VWO-4 thema 3 erfelijkheid
Dihybride kruisingen
- Dihybride kruising: kruising waarbij wordt gelet op de overerving van twee eigenschappen
- Bij een dihybride kruising zijn twee genenparen betrokken.
- Onafhankelijke overerving: de genenparen liggen in verschillende chromosomenparen.
- Het opstellen van een kruisingsschema
- Geef de genotypen van de ouders (P) in een kruising weer. Schrijf de twee allelen van een genenpaar naast elkaar op.
- Stel vast welke allelen de geslachtscellen van beide ouders kunnen bevatten.
- Ga na welke mogelijkheden er bestaan voor de versmelting van een eicelkern en een zaadcelkern.
- Bepaal de genotypen van de nakomelingen (F)
- Geef de genotypen van de ouders (P) in een kruising weer. Schrijf de twee allelen van een genenpaar naast elkaar op.