VWO-4 thema 3 erfelijkheid
Berekeningen
- Het berekenen van de kans op een nakomeling met een bepaald genotype of fenotype zonder een kruisingsschema te maken.
- bepaal voor een van beide eigenschappen de kans op een nakomeling met het gewenste genotype of fenotype (als bij monohybride kruisingen);
- bepaal voor de andere eigenschap de kans op een nakomeling met het gewenste genotype of fenotype;
- vermenigvuldig beide kansen met elkaar.
- Voorbeeld:
- dominant: lange, ingesneden bladeren
- ouders AAbb en aaBB (P)
- nakomelingen (F1); AaBb
- wat is de kans op lange, gave bladeren?
- Aa x Aa = 3/4 lang en 1/4 kort
- Bb x Bb = 3/4 ingesneden en 1/4 gaaf
- 3/4 x 1/4 = 3/16 is de kans op lange, gave bladeren