Havo-4 thema 2 voortplanting
Verstoorde embryonale ontwikkeling
Eeneiige tweeling: het klompje cellen dat uit de zygote ontstaat splitst zich in tweeën.
- Bij de bevruchting zijn één eicel en één zaadcel betrokken.
- Afhankelijk van het tijdstip van de splitsing delen de individuen van een eeneiige tweeling gezamenlijke of aparte vruchtvliezen en gezamenlijke of aparte placenta’s.
Twee-eiige tweeling: bij een ovulatie komen twee eicellen vrij.
- Bij de bevruchting zijn twee eicellen en twee zaadcellen betrokken.
Miskraam of (spontane) abortus: het embryo of de foetus wordt samen met een deel van het baarmoederslijmvlies afgestoten.
- Mogelijk oorzaken: o.a. onvoldoende progesteronproductie of een erfelijke afwijking waardoor het embryo niet levensvatbaar is.
Buitenbaarmoederlijke zwangerschap: innesteling vindt plaats in een eileider, in de buikholte of in een eierstok.
- Oorzaken: meestal een vernauwing van een eileider, bijv. door een ontsteking.
- Gevolgen: vaak ernstige inwendige bloedingen. Het ingenestelde embryo wordt daarom operatief verwijderd.
Bepaalde ziekteverwekkers of medicijnen kunnen afwijkingen bij het embryo veroorzaken.
- Het rodehondvirus kan bij het embryo blindheid of doofheid veroorzaken.
- Het medicijn DES heeft bij embryo’s een verstoorde ontwikkeling van de geslachtsorganen veroorzaakt.