Stop navigatie

Energiestromen in een ecosysteem

  • Planten zijn autotroof: ze maken zelf energierijke stoffen uit zonlicht.
  • Organismen zonder bladgroen zijn heterotroof: ze moeten energierijke stoffen binnenkrijgen met hun voedsel.
  • De plaats van een organisme in een voedselketen noem je het trofische niveau.
  • Producenten zijn autotroof en vormen het eerste trofische niveau, consumenten van de eerste orde het tweede trofische niveau, consumenten van de tweede orde het derde trofische niveau, enzovoort.
  • In elk trofisch niveau neemt de biomassa af.
  • Dit komt doordat de energie in het voedsel op verschillende manieren wordt gebruikt.
  • In ecosystemen wordt energie van het ene trofische niveau doorgegeven aan het volgende trofische niveau.
  • Er is sprake van een energiestroom.
  • Planten leggen energie uit (zon)licht vast in glucose door middel van fotosynthese.
  • Bij de verbranding van glucose komt de energie weer vrij. Daarom noem je glucose een energierijke stof.
  • In planten ontstaan uit glucose andere stoffen.
  • Omdat de energie uit de glucose nu in deze andere stoffen zit, zijn dit ook energierijke stoffen.
  • Voorbeelden van zulke stoffen zijn DNA, eiwitten, koolhydraten en vetten. Het zijn de bouwstoffen waaruit organismen bestaan.

Made with eXeLearning (Nieuw venster)