VWO-3 thema 3 Bloedsomloop
bloeddrukmeting
Bloeddrukmeting
- de arts pompt een manchet om de arm op, tot de armslagader geheel is dichtgedrukt;
- de arts laat lucht uit de manchet ontsnappen, tot de druk in de manchet gelijk is aan de hoogste druk in de armslagader (de bovendruk = systole);
- de arts hoort vaatgeruis, doordat na elke samentrekking van de hartkamers de armslagader heel even wordt opengedrukt en een klein beetje bloed doorlaat;
- de arts laat lucht uit de manchet ontsnappen, tot de druk in de manchet gelijk is aan de laagste druk in de armslagader (de onderdruk = diastole);
- de arts hoort geen vaatgeruis meer, doordat het bloed weer onafgebroken door de armslagader stroomt.