Havo-4 thema 1 Inleiding in de biologie
cytoskelet
Het cytoskelet bestaat uit verschillende soorten polymeren van eiwitten in cellen, die samen zorgen voor stevigheid, vorm en beweeglijkheid van de cel.
Bouw:
- Het cytoskelet in eukaryote cellen bestaat uit drie typen filamenten:
- microfilamenten, onder andere actinefilamenten
- microtubuli, de microtubuli zijn buisachtige structuren met een dikte van ongeveer 25 nanometer.
- intermediair filamenten, de intermediare filamenten bestaan uit polymeren van eiwitten die specifiek zijn voor celtypen, met een diameter van 8-12 nanometer. Zo bestaan deze filamenten bij neuronen uit andere eiwitten dan bijvoorbeeld in rode bloedcellen of fibroblasten
- De eerste twee typen komen in alle typen cellen voor, terwijl de intermediare filamenten celspecifiek zijn.
Functie:
- Naast de vorm en stevigheid die het verschaft, dient het ook als geleide voor organellen die door de cel vervoerd moeten worden.
- Zo worden de blaasjes met neurotransmitter vanuit het cellichaam door het axon naar de synaps getransporteerd langs de tubuli. Dit kan doordat de blaasjes gebonden zijn aan speciale motor-eiwitten genaamd kinesines en over de filamenten wandelen.