havo-3 Thema 6 Ecologie
Energiestromen in een ecosysteem
- Planten zijn autotroof: ze maken zelf energierijke stoffen uit zonlicht.
- Organismen zonder bladgroen zijn heterotroof: ze moeten energierijke stoffen binnenkrijgen met hun voedsel.
- De plaats van een organisme in een voedselketen noem je het trofische niveau.
- Producenten zijn autotroof en vormen het eerste trofische niveau, consumenten van de eerste orde het tweede trofische niveau, consumenten van de tweede orde het derde trofische niveau, enzovoort.
- In elk trofisch niveau neemt de biomassa af.
- Dit komt doordat de energie in het voedsel op verschillende manieren wordt gebruikt.
- In ecosystemen wordt energie van het ene trofische niveau doorgegeven aan het volgende trofische niveau.
- Er is sprake van een energiestroom.
- Planten leggen energie uit (zon)licht vast in glucose door middel van fotosynthese.
- Bij de verbranding van glucose komt de energie weer vrij. Daarom noem je glucose een energierijke stof.
- In planten ontstaan uit glucose andere stoffen.
- Omdat de energie uit de glucose nu in deze andere stoffen zit, zijn dit ook energierijke stoffen.
- Voorbeelden van zulke stoffen zijn DNA, eiwitten, koolhydraten en vetten. Het zijn de bouwstoffen waaruit organismen bestaan.