Doel

Wat moet ik kunnen?

• Je kunt uitleggen hoe het bestaan van de mens afhankelijk is van de biodiversiteit
• Je kunt de voornaamste oorzaken en gevolgen van de milieuproblemen noemen
• Je kunt de koolstofkringloop, de stikstofkringloop, de fosfaatkringloop en de waterkringloop in hoofdlijnen beschrijven en schema's hiervan interpreteren
• Je kunt de oorzaken en gevolgen van eutrofiëring van water uitleggen en mogelijke oplossingen hiervoor aandragen
• Je kunt uitleggen op welke manieren een optimale productie van voedsel kan worden verkregen en wat de eventuele gevolgen hiervan voor de natuur zijn
• Je kunt de verschillen in de wijze van voedselproductie in de gangbare en de biologische landbouw beschrijven.
• Je kent manieren waarop een optimale productie van voedsel kan worden verkregen
• Je kent verschillen in de wijze van voedselproductie en de biologische landbouw
• Je kent oorzaken en gevolgen van eutrofiëring van water en mogelijke oplossingen daarvoor
• Je kent oorzaken en gevolgen van het versterkte broeikaseffect en mogelijke oplossingen daarvoor
• Je kent maatregelen voor natuurbehoud, natuurbeheer en natuurontwikkeling en je kan aangeven of je deze maatregelen aanvaardbaar vindt
• Je kunt de voornaamste oorzaken en gevolgen van milieuproblemen toelichten
• Je kunt uitleggen wat duurzame ontwikkeling is