Inleiding
Het gaat bar slecht met de kievit. De laatste vijf jaar is sprake van een forse achteruitgang, in Friesland lokaal variërend van 4,5 tot 8,5 procent per jaar. Dit blijkt uit cijfers van onderzoeksinstituut Sovon.
De alarmerende situatie is opmerkelijk in het licht van de uitspraak van de Raad van State over het ‘aaisykjen'. Begin juli stelde dit rechtsorgaan nog dat de kievitenstand in Friesland stabiel zou zijn. De cijfers wijzen nu anders uit. Sovon, dat zich baseert op inventarisaties van het Weidevogelmeetnet, ziet een kentering in 2003. Tot dat jaar was de stand op veel plaatsen redelijk stabiel. Daarna ging het mis.
De situatie verschilt per regio, stelt onderzoeker Wolf Teunissen, waarbij het duidelijk is dat het de kievit in Friesland niet beter vergaat dan elders in Nederland. Bij de inventarisatie wordt uitgegaan van bodemtypen.
‘Zeeklei-noord', waarvan een flink deel van Friesland deel uitmaakt, kent een jaarlijkse afname van 4,5 procent voor de kievit.
Erger nog is het gesteld in ‘Laagveen-noord', dat een deel van Friesland en Noordwest-Overijssel omvat. Daar is de afname gemiddeld 8,5 procent per jaar. Met de tureluur is het in deze streek nog erger gesteld. Die komt op een jaarlijkse afname van 13 procent.
Licentie: eigendomslicentie