Inleiding
Osmose is een proces op basis van diffusie waarbij een vloeistof, waarin stoffen zijn opgelost, door een zogenaamd halfdoorlatend membraan (een semipermeabele wand) stroomt, dat wel de vloeistof doorlaat maar niet de opgeloste stoffen.
De stromingsrichting van water bij osmose is van een hoge naar een lage concentratie water, zoals bij elk diffusieproces. Let hierbij op "concentratie water", als het gaat om 2 bakken water waarin stoffen opgelost zitten zal er water door de semi-permeabele wand gaan naar de kant met de hogere concentratie van die stof (osmotische waarde) totdat de vrije energieverdeling van de water aan beide kanten in evenwicht is.
Osmose is een belangrijk proces in de levende natuur, omdat celmembranen halfdoorlatend (semi-permeabel) zijn. Water kan wel vrij in en uit de cel vloeien, maar opgeloste zouten, proteïnen en andere stoffen, kunnen dat niet. Veel biologische processen zijn erop gericht om deze scheiding tot stand te brengen en in stand te houden; bovendien is de stevigheid van kruidachtige planten grotendeels op osmose gebaseerd. Als buiten de cel een lagere osmotische waarde heerst dan in de cel gaat water de cel in en omdat de celwand uitzetting voorkomt verkrijgt de cel stevigheid (vandaar dat planten gaan hangen als ze niet voldoende water krijgen).
Licentie: eigendomslicentie