Stop navigatie

Embryonale ontwikkeling

In een eileider ontwikkelt een zygote zich tot een klompje cellen.

  • Hierdoor ontstaat een klompje cellen, gevuld met vocht. Het klompje cellen is even groot als de zygote.

    Innesteling.

    • Het klompje cellen komt 5 tot 7 dagen na de ovulatie in de baarmoeder aan.
    • Rond het klompje cellen ontstaan in het baarmoederslijmvlies holten, waar het bloed van de moeder doorheen stroomt.

    Uit de embryoblast ontstaan het embryo, de hechtsteel en het het binnenste vruchtvlies.

      • De hechtsteel ontwikkelt zich tot navelstreng.
      • Het vruchtvlies geeft aan de binnenkant vruchtwater af.
      • Het vruchtwater beschermt het embryo tegen schokken en tegen uitdroging.
      • De eerste twee maanden van de zwangerschap worden in het embryo alle organen in aanleg gevormd.
      • Vanaf de derde maand wordt het embryo "foetus" genoemd.

      Uit de hechtsteel ontwikkelt zich de navelstreng met bloedvaten.

        • Navelstrengslagaders (van de foetus naar de placenta): hierdoor stroomt bloed dat rijk is aan koolstofdioxide en andere afvalstoffen.
        • Navelstrengader (van de placenta naar de foetus): hierdoor stroomt bloed dat rijk is aan zuurstof en voedingsstoffen. In de poortader en de onderste holle ader van de foetus mengt dit bloed zich met bloed dat arm is aan zuurstof en voedingsstoffen.

        In de placenta blijft het bloed van de moeder gescheiden van het bloed van het embryo.

          • In de vlokken van de placenta bevinden zich bloedvaten van het embryo.
          • Om de vlokken heen bevinden zich bloedruimten in het baarmoederslijmvlies. Door deze bloedruimten stroomt bloed van de moeder.

          In de placenta vindt uitwisseling van stoffen plaats.

            • Tegenstroomprincipe: moederbloed en embryonaal bloed stromen in tegengestelde richting langs de vliezen in de placenta.
            • Zuurstof en voedingsstoffen (o.a. glucose) gaan van het moederbloed naar het embryonaal bloed.
            • Koolstofdioxide en andere afvalstoffen gaan van het embryonaal bloed naar het moederbloed.
            • Ook ziekteverwekkers, sommige geneesmiddelen, alcohol, nicotine en drugs kunnen door de vliezen in de placenta heen.

            Made with eXeLearning (Nieuw venster)