Stop navigatie

Adequate prikkel

  • Elk type zintuigcel heeft voor elk soort prikkel een bepaalde drempelwaarde.
  • De drempelwaarde van de zintuigcellen in je ogen is voor lichtprikkels erg laag.
  • De zintuigcellen in je ogen zijn daardoor speciaal gevoelig voor lichtprikkels.
  • Licht noem je daarom de adequate prikkel voor de zintuigcellen in je ogen.
  • Een adequate prikkel is het type prikkel waar een zintuigcel speciaal gevoelig voor is.
  • Voor deze prikkel heeft de zintuigcel een lage drempelwaarde.

  • Elk type zintuigcel heeft een eigen adequate prikkel.
  • Toch kunnen zintuigcellen ook andere, niet-adequate prikkels waarnemen.
  • De drempelwaarde voor niet-adequate prikkels is echter veel hoger.
  • Als je bijvoorbeeld je ogen dichtdoet en met je vingers zacht op je ogen drukt, zie je niets.
  • De prikkelsterkte is dan lager dan de drempelwaarde.
  • Maar als je een flinke dreun op je ogen krijgt, zie je ‘sterretjes’.
  • Door de dreun ontstaan er in de ogen impulsen.
  • Deze impulsen worden naar de hersenen geleid en zorgen ervoor dat je sterretjes waarneemt.

  • De drempelwaarde voor een prikkel is niet altijd even hoog.
  • Na een sterke prikkel wordt de drempelwaarde voor de volgende prikkel hoger.
  • Na een tijdje in fel licht bijvoorbeeld, zie je eerst weinig als je in een donkere omgeving komt.
  • Pas na enkele minuten zie je meer.
  • Wanneer een prikkel enige tijd aanhoudt, ontstaan er in de zintuigcellen minder impulsen.
  • Dit verschijnsel heet gewenning.
  • Als gevolg van gewenning voel je bijvoorbeeld na enige tijd de druk van je kleren op je lichaam niet meer.
  • Ook dan is de drempelwaarde hoger geworden.

Made with eXeLearning (Nieuw venster)