Havo-2 thema 5 Waarnemingen, zintuigen en gedrag
Adequate prikkel
- Elk type zintuigcel heeft voor elk soort prikkel een bepaalde drempelwaarde.
- De drempelwaarde van de zintuigcellen in je ogen is voor lichtprikkels erg laag.
- De zintuigcellen in je ogen zijn daardoor speciaal gevoelig voor lichtprikkels.
- Licht noem je daarom de adequate prikkel voor de zintuigcellen in je ogen.
- Een adequate prikkel is het type prikkel waar een zintuigcel speciaal gevoelig voor is.
- Voor deze prikkel heeft de zintuigcel een lage drempelwaarde.
- Elk type zintuigcel heeft een eigen adequate prikkel.
- Toch kunnen zintuigcellen ook andere, niet-adequate prikkels waarnemen.
- De drempelwaarde voor niet-adequate prikkels is echter veel hoger.
- Als je bijvoorbeeld je ogen dichtdoet en met je vingers zacht op je ogen drukt, zie je niets.
- De prikkelsterkte is dan lager dan de drempelwaarde.
- Maar als je een flinke dreun op je ogen krijgt, zie je ‘sterretjes’.
- Door de dreun ontstaan er in de ogen impulsen.
- Deze impulsen worden naar de hersenen geleid en zorgen ervoor dat je sterretjes waarneemt.
- De drempelwaarde voor een prikkel is niet altijd even hoog.
- Na een sterke prikkel wordt de drempelwaarde voor de volgende prikkel hoger.
- Na een tijdje in fel licht bijvoorbeeld, zie je eerst weinig als je in een donkere omgeving komt.
- Pas na enkele minuten zie je meer.
- Wanneer een prikkel enige tijd aanhoudt, ontstaan er in de zintuigcellen minder impulsen.
- Dit verschijnsel heet gewenning.
- Als gevolg van gewenning voel je bijvoorbeeld na enige tijd de druk van je kleren op je lichaam niet meer.
- Ook dan is de drempelwaarde hoger geworden.