Stop navigatie

Leerdoelen

Wat moet ik kunnen?

  • Je kunt de delen van een bloem benoemen.
  • Je kunt de kenmerken en functies noemen van de delen van een bloem.
  • Je kunt beschrijven wat bestuiving is.
  • Je kunt de kenmerken noemen van insectenbloemen en van windbloemen.
  • Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt.
  • Je kunt de veranderingen in het zaadbeginsel na bevruchting beschrijven.
  • Je kunt de veranderingen in het vruchtbeginsel na bevruchting beschrijven.
  • Je kunt uitleggen dat bij bevruchting elk van de ouders de helft van de chromosomen levert.
  • Je kunt voorbeelden geven van geslachtelijke voortplanting.
  • 8 Je kunt uitleggen dat bij ongeslachtelijke voortplanting de nakomelingen dezelfde erfelijke eigenschappen hebben als de ouder.
  • Je kunt uitleggen dat bij ongeslachtelijke voortplanting de nakomelingen dezelfde erfelijke eigenschappen hebben als de ouder.
  • Je kunt voorbeelden geven van ongeslachtelijke voortplanting.
  • Je kunt uit afbeeldingen van (delen van) planten afleiden hoe de vruchten en zaden worden verspreid.

Licentie: eigendomslicentie

Made with eXeLearning (Nieuw venster)