Leerdoelen

Wat moet ik kunnen?

• Je kent de delen van het lichaam.
• Je kunt in een afbeelding van het skelet de botten benoemen.
• Je kunt de functies van het skelet noemen.
• Je kunt de kenmerken van botweefsel en kraakbeenweefsel beschrijven.
• Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven.
• Je kunt de 4 beenverbindingen beschrijven.
• Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven.
• Je kunt de werking van een kogelgewricht en een scharniergewricht beschrijven.
• Je kunt de werking van spieren beschrijven.
• Je weet dat spieren sterker worden door beweging en sporten.
• Je kunt uitleggen dat lichaamsbeweging goed is voor je gezondheid.
• Je kunt aangeven wat een goede lichaamshouding is en waarom deze belangrijk is.
• Je kunt oorzaken en gevolgen van enkele blessures noemen.